Amerika is meer dan hoge wolkenkrabbers, de miljoenenbusiness van het entertainment, de vetmakende fast food industrie en uitgestrekte natuurparken vol wilde dieren. De oorsprong van hun cultuur situeert zich misschien in een iets minder ver verleden, maar dat neemt niet weg dat elke staat ons iedere dag opnieuw verwonderde. De Amerikaanse drang naar vrijheid, hun nationale trots, hun aparte marketingstrategie, hun positie als wereldmacht en hun sportbeleving vol spektakel. We zijn er weg van.
Slab City
Het zijn uitzonderingen die Slab City aan hun bucketlist toevoegen. Dat is niet verwonderlijk. De meeste mensen hebben er nog nooit van gehoord. Zelfs bij de Amerikanen die wij ontmoetten, rinkelt er slechts bij een klein percentage een ver belletje. Laat dat grotendeels de bedoeling zijn. Want de inwoners van Slab City hebben bewust hun rug naar de alledaagse maatschappij gekeerd. Gedegouteerd door het stresserende werkleven, misnoegd door het politieke geklungel of moegestreden tegen alle belachelijke maatschappelijke idealen trekken ze zich doelbewust terug in een leven buiten de bewoonde wereld. Honderdvijftig permanente bewoners trotseren er bloedhete zomers in de verlaten woestijn, maar tijdens de wintermaanden groeit hun gezelschap tot ongeveer 4000 snowbirds.
Waarom? In Slab City bestaan geen wetten, geen belastingen en je betaalt geen cent voor je verblijf. Noem het gerust de ‘last free place’. Poot wat bierflessen neer of gooi wat stenen in het rond en je bent plots eigenaar van een bouwgrond. Trailers of versleten auto’s vormen hier een standaard onderkomen. Creatievelingen gaan met afval of goedkope rommel aan de slag en bricoleren een eigen mansion. De plek trekt vooral artiesten, excentrieken, armen of ex-gedetineerden aan. Iedereen krijgt een kans. Niemand velt een oordeel.
Begint deze plek intussen als een vakantieparadijs te klinken? Voor ons alleszins wel. Slab City ligt inderdaad ver van de normale wereld. Google Maps noch onze gps weten nauwelijks af van het bestaan. De stoffige weg ernaartoe loopt kilometerslang langs caravans, autowrakken, oud ijzer en vooral veel glas. Autobanden krijgen hier een derde en misschien zelfs een vierde leven. Halverwege het dorp treffen we een houten bord met de letters ‘Ponderosa’. We zijn thuis!
Voorzichtig rijden we de poort binnen. Honden rennen ons blaffend tegemoet. Een lange, magere man schreeuwt zijn viervoeters terug en strompelt door een stort in onze richting. Hij heeft lang haar en een opvallende sik die onderaan roze kleurt. Zijn lichaam is versierd met een overdaad aan opvallende tatoeages. Vliegen zwermen rond de open wonden op zijn benen. Hij steekt zijn hand uit terwijl ik hem aanspreek als Rodney. “Spider! Noem me Spider! Zoals we afgesproken hebben via de chat”, klinkt het kordaat terwijl zijn stevige handdruk mijn vingers verbrijzelt. Onze blik naar elkaar verraadt enige nervositeit.
Spider woont hier al tien jaar met zijn vrouw Shannon. Die herken je makkelijk aan de eeuwige sigarettenwolk rond haar hoofd en haar vriendelijke lach zonder tanden. Spider groeide op in California en werkte jarenlang als aannemer in Rhode Island. Dat standaardleven waarbij je jezelf na de diensturen zo snel mogelijk in je eigen plek opsluit, was niet langer aan hem besteed. Toen hij over Slab City hoorde praten, besloot hij de plek een keer te bezoeken. Het lot besliste dat zijn auto hier in panne viel. Hij is nadien nooit meer vertrokken.
Zodra zijn twee hernia’s het toelaten, bouwt hij aan zijn eigen rijkdom. Hij gebruikt alles wat hij vindt, krijgt of goedkoop op de kop kan tikken. Trots leidt hij ons rond door zijn café, keuken, eetplaats en zijn verschillende trailers die hij met houten constructies tegen de zon beschermt. De plek is indrukwekkend. Zijn artistieke capaciteiten zijn bewonderenswaardig. Naar Belgische normen zou het complex niet meteen als instapklaar op de markt komen, maar anderzijds komen onze aannemers zelden zo origineel uit de hoek. Spider bewijst met succes dat glas en sloophout niet op een containerpark thuishoren.
Toch hebben we ook enkele bedenkingen. Veiligheid en hygiëne maken geen onderdeel uit van zijn business plan. Als het regent, staat de keuken blank. Wie een vork zoekt, kijkt best eerst onder die dikke laag stof en vuil. En wat dan gezegd van de twee grote varkens die midden in de woonkamer wonen. Hun geur onderdrukt ons hongergevoel, maar toch durven we zijn uitnodiging om samen met de familie te eten niet afslaan. Op het menu staan dikke worsten, half roos gebakken op een zwartgeblakerde barbecue. Er is keuze uit drie zakken chips om onze smaakpapillen wat extra te bieden. We prevelen een schietgebed voor onze darmen en schuiven aan op de plastic stoelen onder een kapot gewaaide party tent. Niet minder dan acht kwijlende honden staren naar elke hap in de hoop dat een kruimel op de grond valt. Op een Michelin ster zal Spider nog even moeten wachten.
We ontmoeten John, een vriend des huizes, die als gepensioneerde overweegt om definitief in Slab City te komen wonen. Daniel is de zoon van Spider die als kok wat verderop werkt en Carl is een jongeman die hier zes maanden geleden is ingetrokken. Zijn leven hing na een coronabesmetting aan een zijden draadje, maar uiteindelijk overleefde hij én het virus én een hartstilstand. Helaas kende zijn bankrekening minder meeval en werd hij uit zijn huis gezet. Slab City bleek zijn enige uitweg. Ook Spider spaart de geladen verhalen niet. Uitgestoten door zijn familie ontsnapte hij aan een mesaanval van zijn vader waarna hij alle banden met zijn verleden verbrak. Toch blijft hij dromen. Op een dag reist hij de wereld rond in zijn eigen catamaran, verzekert hij ons. Oftewel, in het leven mag je niet opgeven.
Het wordt laat en Spider toont ons uiteindelijk onze slaapplek. Het is niets meer dan een kleine remorque waarop een zelfgebouwde houten constructie wiebelt. Binnenin heb je een stapelbed en een gebroken spiegel. Tot zover de inbegrepen faciliteiten. Voor het toilet moeten we naar de andere kant van het stort waar we tussen vier houten platen een minimum aan privacy genieten. Een zaklamp is een vereiste om jezelf niet te verwonden aan verroeste spijkers, glasscherven en ander klein gevaarlijk afval op het terrein. Hij wijst naar onze privé parking, beter herkenbaar als die kleine, troosteloze plek in het losse zand. Ik stap uit en plof mijn voet in een gigantische rode mierennest. Op de vraag of we vanavond nog ander ongedierte mogen verwachten, krijgen we niet het verhoopte antwoord: “Het wemelt van de insecten en pas goed op voor de black flies. Die sla je best meteen dood voor de smeerlappen jou te pakken krijgen. En oh ja, gisteren is onze kat nog gebeten door een slang.” Het zijn niet meteen de slaapverhaaltjes die we ons herinneren uit duizend dromen in één nacht.
Tegen elf uur wijden we onze suite in. We slapen boven elkaar in lakens vol haren waarvan we een brainstorm over de afkomst wijselijk uitstellen. De minste beweging doet een wolk van stof uit de matras opwaaien. De deur laten we wagenwijd open in de ijdele hoop wat verse lucht binnen te happen. Maar uiteindelijk slapen we verrassend goed. In de ochtend nemen we afscheid, maar niet zonder voorzichtig te polsen waarom Rodney per se Spider wil genoemd worden. “Omdat ik op plekken kruip waar anderen niet willen komen”, schept hij helderheid. We bedanken hem uitvoerig dat wij een dag in zijn web mochten hangen.
Op Slab City raak je niet uitgekeken. In elke hoek liggen nieuwe verrassingen. We treffen zelfs een fietsenwinkel en bowlingbaan. Aan de andere kant van de stad ligt de kunstwijk East Jesus. Met alle onderdelen die ze vinden, maken ze kunst als protest tegen de maatschappij. Het openluchtmuseum is gratis en veel groter dan verwacht. Afgedankte auto’s worden versierd met kogels, Mariabeelden en etalagepoppen. Op het eerste zicht lijkt het alsof er een bom ontploft is in een zee van rommel. Maar gaandeweg ga je alle kleine, originele details meer en meer appreciëren.
Het is onmogelijk om aan de enorme muur van televisies te ontkomen. De installatie is indrukwekkend. Honderden beeldschermen zijn op elkaar gestapeld en van slogans in vette rode letters voorzien. Of we het nu mooi of lelijk vinden, heeft geen belang. Maar de teksten bevatten meer waarheden dan we misschien wel toegeven willen. Ik deel graag mijn visie bij wat ik las. BADVERTISING. IRRITAINMENT. BAD NEWS. WASTED TIME MACHINE. YOU NEED MORE STUFF. Ik geef mijn zonden eerlijk toe. Thuis spendeer ik zelf vaak uren voor de televisie.
Dus neem ik de tijd om even te mijmeren. Word ik gelukkiger door televisie te kijken? Het antwoord neen ontsnapt uit mijn mond voor ik het besef. Hoeveel mensen ergeren zich in reclameblokken? Waarom geloven we fake news? Waarom belicht het journaal enkel negatieve gebeurtenissen en is er geen plaats voor een lach of blij nieuws? Staan we er voldoende bij stil hoe snel ons leven passeert en hoeveel kostbare tijd we verdoen met bankzitten en schermstaren?
Daarom onthou ik volgende twee opvallende boodschappen: GET OFF THE COUCH. IS THIS YOUR WINDOW TO THE WORLD. Heb je dromen? Jaag ze dan na. En zijn televisiebeelden jouw venster op de wereld? Na het bezoeken van heel wat landen in verschillende continenten kunnen wij alleen maar bevestigen dat onze vooroordelen over plekken of bevolkingen vrijwel nooit klopten. En die vooroordelen hebben we grotendeels gecreëerd door naar gecensureerde televisie te kijken en andermans meningen blindelings te kopiëren. Dus zijn we blij dat we zelf op zoek gaan naar bevindingen en onze eigen conclusies kunnen maken.
Dit kunstwerk zet aan tot nadenken. Wat de mainstream maatschappij ook mag denken van Slab City, wij hebben veel respect voor hun manier van weerstand tegen het standaard kuddegevoel in de hedendaagse wereld. Tussen de gepensioneerde vliegtuigen en afgebrande piano’s vinden we een ongeziene rijkdom.
Salvation Mountain
Net buiten de stad wacht ons een laatste verrassing: Salvation Mountain. Uit het niets rijst een hoge berg op. Hij is opgebouwd uit strobalen, autobanden en ander schroot. Meer dan twee miljoen liter verf bezorgt hem zijn huidige uitstraling. Overal lees je Bijbelse spreuken. De overdaad aan kleuren is schreeuwerig maar mooi tegelijk.
We ontmoeten Ron. Hij was lange tijd kinderleraar in Michigan totdat hij zijn roeping hierheen volgde om de berg te onderhouden. Hij aanvaardt alle verfresten van passanten en gebruikt ze om steeds meer lagen verf op de berg te kladderen. Intussen is hij op elke plek al meer dan twintig keer gepasseerd. Dat doet hij blootsvoets wat niet ongevaarlijk is. Hij is al meermaals van de steile flank gedonderd, maar blijft plichtbewust trouw aan zijn taak. We zijn onder de indruk en hebben het grootste respect voor zijn inzet.
Salton Sea
Wat verderop ligt de Salton Sea. Met een oppervlakte van 970 vierkante kilometer is het het grootste meer in California. Het ligt 69 meter onder de zeespiegel en is door menselijke fouten verdoezeld. Bemesting en pesticiden vloeiden van de landbouwgronden hierheen waardoor het zoutgehalte van het water onleefbare proporties aannam. Alle dieren in het water stierven en de toekomst voorspelt dat het meer als een tweede Dode Zee zal eindigen. Tegelijk met de fauna en flora stierf ook het toerisme uit. In de jaren 40 en 50 kwamen de rich and famous ontspannen in deze mondaine buurt. Golfen, zwemmen, met dure jachten varen op het water. Het is allemaal verleden tijd.
Vandaag herinnert Bombay Beach nog vaag aan de glorie van weleer. Slechts tweehonderd mensen houden het been stijf en verlaten hun huis niet. Ook al staan de panden van de buren te verkrotten en is het dorp een spookstad verworden. De slogan treft raak: ‘If you don’t know the history, it looks like a bomb hit it’. Net als in Slab City vinden we op het strand een openlucht museum. We voelen de weemoed in de eenzame kunstinstallaties. De Ski Inn Bar is de enige overgebleven plek waar het leven niet lijkt stil te staan. De bar is het laagst gelegen café in de westerse wereld en trekt gelukkig nog wat passerende geïnteresseerden aan. Misschien zelfs meer dan we verwacht hadden. De muren en het plafond hangen vol dollar biljetten. Dus tasten we in de buidel om het interieur wat extra te verrijken. Helaas komt daarmee de tijd van toen niet terug.
Monument Valley
Voor wie van westerns houdt, hoeft Monument Valley geen inleiding. Stagecoach, Once Upon a Time in the West of zelfs Back to the Future en Forrest Gump. Hollywood kent de weg blindelings naar dit unieke decor. De rotsen uit rode zand- en siltsteen zijn imposant en kleuren rood door de aanwezige ijzeroxides. De wind, die in de vlakte vrij spel krijgt, schuurt de zijkanten langzaam af tot grote brokken die we mesa’s noemen. Zodra de rots hoger dan breed is, spreken we over een Butte. Nog later zal enkel een Spire of rotsnaald overblijven tot ook die volledig verdwijnt.
Monument Valley is officieel de meest gefotografeerde plek in Amerika en dat verwondert niet. Maar hoe dichter we het park naderen, hoe donkerder de lucht wordt. Niet dat de Navajo Indianen regen verwachten. De vallei slikt jaarlijks amper 20 cm water. De wind daarentegen beukt hard tegen de zijkant van de auto. We moeten het stuur stevig vastgrijpen om koers te houden en de zichtbaarheid neemt met de kilometer af. Door de stofwolken heen zien we zelfs de grote rotsen naast de weg niet meer.
Aangezien we inkomgeld moeten betalen, twijfelen we of het verstandig is om het park binnen te rijden. Bij de kiosk informeren we of het vandaag de moeite loont en of het ticket ook morgenvroeg geldig blijft. Op beide vragen krijgen we een eerlijke ontkenning. Dus keren we om en rijden terug naar buiten. We hebben echter geen alternatief en zitten verveeld met de situatie. Misschien kunnen we na sluitingstijd om zes uur gratis binnenglippen? We schuiven opnieuw aan in de file om te informeren bij de kiosk. Wederom knikt hij ontkennend en maken we een tweede u-turn.
We balen. Morgen reizen we door naar een ander park en dus is het een kwestie van nu of nooit. Die druk overtuigt ons om nog een derde keer langs de kiosk te passeren. De man fronst en informeert of we echt al voor de derde keer aan zijn raam verschijnen. We kunnen onze lach niet onderdrukken maar zetten deze keer wel door naar de parking.
Verrassend genoeg zijn alle rotsformaties perfect zichtbaar. Ze liggen in een lager gelegen vallei en zijn er beschermd tegen de felste winden en enge zandstormen. Met herwonnen moed beginnen we aan de Wild Cat Trail. In zes kilometer lopen we rondom West Mitten Butte, één van de drie bekendste torens van het park. Langs een hoge duin dalen we in het losse zand af de basis van de reusachtige rots. Heel wat planten lijken van plastic, maar bij het lezen van de naamborden Snake Weed nemen we niet het risico om ze van dichterbij te onderzoeken.
De wandeling is fabelachtig en we lijken alleen op de wereld. Hoe breed en hoog West Mitten Butte ook mag zijn, langs de zijkant valt zijn zwakte op. Frontaal merk je niet hoe smal de rots in profiel is. De wind lijkt dus steeds succesvoller in het onderlinge duel en we vragen ons luidop af hoeveel jaren hij nog kan standhouden. Vanaf deze plek is het zicht op East Mitten, Merrick Butte en de Three Sisters onbeschrijflijk. Het zijn stuk voor stuk parels in een woestijn en we blijven er ronddwalen tot zonsondergang, maar door de naweeën van de zandstorm blijven felle kleurschakeringen uit. Gelukkig heeft een van de bekendste panorama’s ter wereld niets extra van doen om te verwonderen.
We overnachten in een zandvlakte net naast de grote rotsen. Het is pikkedonker en nog voordat we ons helemaal geïnstalleerd hebben, is er een halve woestijn in de koffer binnen gewaaid. We parkeren ons zo strategisch mogelijk, maar ontkomen niet aan een zanderig ontbijt. De nacht kon bijgevolg beter, maar de hike en het bezoek aan het park volstaan als troost.
In de ochtend stuiven we ervandoor. We willen zo snel mogelijk op de Highway 163 richting Mexican Hat geraken. Deze kaarsrechte weg werd wereldbekend nadat Forrest Gump exact op deze prachtige plek na 25.000 kilometer stopte met lopen. Geef hem maar eens ongelijk. De plek is geweldig en we willen dit fantastische zicht niet zomaar verlaten. Dus nemen we de tijd om ons uitgestrekt in het midden van de weg te leggen voor enkele foto’s als eeuwige herinnering aan deze onvergetelijke passage.
Wall Drug Store
Wall is een godvergeten dorp in de desolate staat South Dakota. Met amper 754 inwoners verwacht je er een rustig en vredig leven. Iedereen kent het wel. Een kerk, een bakker en wat loslopende kippen op een verlaten erf. Het is zo’n plek dat terecht onder de noemer ‘the middle of nowhere’ valt. Had Ted Hustead daar in 1931 even een ander idee over!
Hij opende een kleine kruidenierswinkel, maar de afgelegen ligging stond zijn succes in de weg. Dus bedacht hij een geniale strategie. Hij bood iedere passant gratis ijskoud water aan als welgekomen verfrissing tijdens de warme, urenlange autoritten dwars door South Dakota. ‘Wie zijn etappe onderbreekt, koopt ineens misschien wel wat andere spullen erbij’, gold zijn plan. Zijn eenvoudige visie zou een een ongekend succes inleiden.
Vandaag trekt zijn Wall Drug Store twee miljoen kooplustigen per jaar. Daar moeten wij bijhoren. Dus zetten we koers naar Wall. Het is letterlijk onmogelijk om de winkel te missen. Langs alle snelwegen staan honderden grote billboards die je naar de inkom begeleiden. Niet alleen hier trouwens. Zijn reclameborden zijn overal ter wereld verspreid. In alle Amerikaanse staten, in Canada en Mexico, in godbetert Bagdad en Afghanistan tot zelfs aan het centrale station van Amsterdam toe waar een wijzer ‘nog slechts 7250 km tot Wall Drug Store’ je op het juiste spoor lokt.
Hustead spendeert jaarlijks 400.000 dollar aan reclame. Zijn winkel is enorm. Iedereen vindt er wel wat. Kleren, souvenirs, cowboyspullen, kunst, eten of drinken, … En uiteraard zijn gratis ijskoud water. Hij biedt het nog steeds aan en dus worden we met plezier lid van zijn club. Het interieur is overweldigend. Elke lege plek is ingenomen door vlaggen, beelden, opgezette dieren of imposante memorabilia. We kunnen hier uren rondlopen en ons compleet verliezen in alle details.
Achter het grote complex gaat de waanzin door. In de Wall Drug Backyard staan beelden van dinosaurussen, een miniatuurversie van Mount Rushmore en een groot gebouw waarin western huizen zijn nagebouwd. Een gigantische bewegende dinosaurus bewaakt de plek en brult elk kwartier om vers eten. In de vele gangen ontdekken we de historiek van de winkel en vinden we honderden ingekaderde familiefoto’s, krantenartikels, brieven uit het Witte Huis met presidentiële felicitaties of dankbetuigingen van grote bedrijven als Coca Cola waarmee ze een samenwerking afsloten.
De Wall Drug Store is veel meer dan een ordinaire kruidenierswinkel. Het is een origineel en authentiek shopping center, een pretpark, een museum en bovenal een plek waar we urenlang kunnen ronddwalen. We nemen een sticker mee met het opschrift ‘Where the heck is Wall Drug’. Maar we verzekeren iedereen dat je de plek na een bezoek nooit meer vergeet.
Deadwood
De meest kleurrijke figuren uit het Wilde Westen hebben stuk voor stuk een hoofdstuk geschreven in de roemruchte geschiedenis van Deadwood. De stad die ooit door de goudkoorts werd getroffen, ademt vandaag nog steeds de western sfeer. Sommigen van de meest beruchte cowboys zijn er zelfs voorgoed gebleven. Calamity Jane, Wild Bill, Seth Bullock of Potato Creek. Ze liggen allemaal zij aan zij begraven op het Mount Moriah Cemetary. Het kerkhof ligt op de top van een steile heuvel en ernaartoe klimmen doet onze spieren geen plezier. De graven liggen verspreid in een bos en worden regelmatig bezocht door grote, wilde herten. Heel wat overledenen die hier eeuwige rust zoeken, hebben een turbulent en gewelddadig leven achter zich.
In Main Street herbeleven we enkele memorabele passages tijdens een shootout waarbij acteurs met overgave de geschiedenis reconstrueren. Vier stoere mannen dagen elkaar uit voor een spelletje poker. Tot er onenigheid ontstaat en de mannen met wapens hun gelijk proberen te halen. Ze staan lijnrecht tegenover elkaar in het midden van de straat. Het geschreeuw van hun krachtige stemmen imponeert en toont dat het hen menens is. En dan 'BAM!' Een luide knal echoot tegen de gebouwen. Veel luider dan we verwacht hadden. We zijn echt verschoten en rapen onze stukken trommelvlies snel terug bij elkaar.
De opvoering gaat verder in Saloon 10. De bar probeert het originele karakter van toen te behouden. Het is er donker, stro ligt op de grond tussen het zware houten meubilair en de honderden flessen alcohol achter de toog nodigen uit tot abusief drankgebruik. Opnieuw komt het tot een confrontatie. Jack McCall stormt binnen, roept ‘Take that’ en knalt het leven uit het lichaam van Wild Bill. De bekendste cowboy uit de geschiedenis is niet meer. De originele stoel waarop hij vermoord werd alsook de Dead Man’s Hand met zijn allerlaatste pokerkaarten, prijken aan de muur. Vrolijk klinkt het verhaal van Deadwood niet, maar plezant is het er wel.
Route 66
Tussen Palm Springs en de Grand Canyon wacht een lange autorit van ruim 700 kilometer. We horen iedereen al denken: saai, eindeloos en vervelend. Maar dat is het allerminst aangezien we de legendarische Route 66 volgen. Nog voor we de Mother Road of America verkennen, stoppen we in Pioneer Town, een afgelegen cowboydorp dat als filmset is opgebouwd. Hollywood draaide er meer dan vijftig films en in een recenter verleden kwam Lil Nas X de clip van zijn monsterhit 'Old Town Road' hier opnemen. Wat verderop ligt in Glass Outhouse Gallery een openluchtmuseum langs de weg waar skeletten van geen ophouden weten in de Basic Fit van de woestijn. Humor is de leidraad in de collectie. Of de vermelding van ‘free ice cream’ op de koelkast aan de inkom ook grappig bedoeld is weten we niet. Dus interpreteren we de boodschap letterlijk en graaien lustig naar de lekkere afkoeling.
In Amboy bollen we voor het eerst over de grote zessen die in het midden van de weg geschilderd staan. De Route 66 die van Chicago naar Los Angeles voert, is een legende in de wereld van de roadtrips. De aanleg van de grotere snelwegen heeft de beroemde route misschien wat aan populariteit ontnomen, maar vintage liefhebbers vinden er nog steeds een gedroomde attractie. Roy’s Motel is zo’n juweel. Het meest gefotografeerde tankstation ter wereld geldt als icoon. De benzinepompen zijn stokoud maar tegelijk een nostalgische schat en de peperdure oldtimers flitsen ons zomaar een paar decennia terug in de tijd. Over benzine en peperduur gesproken. Voor een gallon naft smijt je hier meer dan zeven dollar over de toog.
Het is geweldig om over de lange, kaarsrechte wegen te cruisen. Landschappen veranderen constant en met luide muziek door de boxen genieten we van elke kilometer. We maken vaart en zien het benzinepeil sneller dan gewenst slinken. Een tankbeurt kondigt zich aan. Roy’s prijzen gingen ons budget te boven, maar de volgende pomp is met prijzen boven de acht dollar per gallon zo mogelijk nog duurder. En de opties langs deze eenzame wegen liggen niet dik bezaaid. Toch wagen we het erop om nog een stuk door te rijden.
Maar elke vijf minuten voelen we het warmer worden in de auto. Nu het waarschuwingslampje al een kwartier lang wat vervroegde kerstsfeer op het dashboard brengt en de volgende stad zich niet meteen aankondigt, neemt onze nervositeit toe. Gaan we het halen? Wat als we in deze eenzame omgeving zonder benzine vallen? We moeten tactisch handelen. Dus schakelen we allereerst de airco uit. Bij temperaturen van 42 graden Celsius klinkt het als een wanhoopsdaad. Alsof de auto boos wordt en zijn dorstgevoel agressiever wil benadrukken, verschijnen er steeds meer meldingen op het scherm. We zetten alles op alles. In dalende lijn laten we ons gewoon bollen. Bergop stayeren we kort achter hoge vrachtwagens, profiterend van hun slipstream. En bij de flauwste bocht kiezen we telkens voor de binnenkant in de hoop wat centimeters afstand te winnen. Maar hey! We redden het tot in Bullhead City waar we we breed grijnzend slechts 4,49 dollar per gallon betalen. We zijn gered.
Wat verderop staan we stil in het midden van de weg. Niet omwille van een benzineprobleem, wel omdat bijzondere weggebruikers ons daartoe dwingen. Een familie ezels komt geïnteresseerd dichterbij en is op zoek naar tol. Ongegeneerd steken ze hun koppen door onze ramen naar binnen. Blijkbaar zijn ze grote fan van aardbeien want ze slokken onze voorraad in geen tijd op. Het is hilarisch. Alleen krijgen we ze niet zo makkelijk terug buiten. Hun kwijl drupt op mijn telefoon terwijl Eline een ezelse niesbui te verwerken krijgt. Schaterlachend bollen we verder tot we de auto terug voor onszelf hebben.
Het dorp Oatman ligt wat hoger op de berg. Het is een charmante plek met houten huizen, een cowboysfeer en… nog veel meer ezels. In kleine groepen lopen ze door de straat terwijl ze elke snack gretig uit de handen van toeristen stelen. Behalve de jonge exemplaren. Die dragen een plakker op hun kop om aan te geven dat niemand hen mag voederen. Hun lichaam is nog niet sterk genoeg om alle westerse rommel te verteren. Centraal in het dorp lopen we het Oatman Hotel binnen. De muren zijn er letterlijk kostbaar gedecoreerd. Tientallen lagen dollarbiljetten bedekken elke centimeter van het interieur. De barvrouw verklapt stiekem dat er meer dan 400.000 dollar te graaien valt. Op café in een jackpot… Langs de Route 66 kan het allemaal.
Niet minder dan 191 scherpe bochten leiden naar de top van een bergpas. De klim zorgt voor buitengewone panorama’s en brengt ons in de richting van Hackberry waar de General Store is uitgegroeid tot een nostalgisch museum. Het houten krot lijkt geen stuiver meer waard, maar de honderden souvenirs bezorgen het een onschatbare waarde. Oude reclameborden, motors, Coca Cola verzamelingen, nummerplaten, Route 66 merchandise, … De verleiding om de halve tent mee te nemen is moeilijk te weerstaan.
Seligman is zo’n ander vintage walhalla. Het dorp presenteert het ene thematische café naast het andere en verwelkomt liefhebbers van de weg met huizenhoge muurschilderingen. Na alle kilometers hebben we een vieruurtje verdiend bij Delgadillo’s. De bar is piepklein. Het lijkt een speelgoedwinkeltje van Fisher Price. Op de deur staat ‘duwen’ terwijl we moeten trekken, de barvrouw spuit nep mosterd op onze kleren en we krijgen een stuk stro als we om een rietje vragen. Kinderachtige grappen maken deel uit van de beleving, maar door het enthousiasme en de bulderlach van het personeel is het onmogelijk de mondhoeken stijf te houden. Hetzelfde geldt voor Route 66. De weg is lang en tijdrovend, maar we laten een eindeloos spoor vrolijkheid achter.
Minuteman Missile
Nergens lijkt de aarde leger dan in de Great Plains van South Dakota. Vlakke, groene zeeën van gras waar je met wat geluk en volharding een verdwaalde, eenzame koe spot. Vrediger wordt een landschap niet. Maar niets is wat het lijkt. Onder de grond ligt Ground Zero, de plek waar tussen 1945 en 1991 op elk moment Wereldoorlog Drie kon starten. De Koude Oorlog was een periode van spierballengerol tussen Amerika en de Sovjet-Unie. Verbale intimidatie zette beide grootmachten op scherp. Een waar militair treffen is er gelukkig nooit van gekomen, maar dat betekent niet dat de landen daar niet klaar voor waren.
Onder het felgroene gras liggen nucleaire basissen verspreid. Meer dan duizend ondergrondse raketten waren slechts een druk op de knop verwijderd van een wereldwijd fiasco. We hangen boven een glazen koepel waaronder zo’n raket klaar staat. Rillingen lopen over onze ruggen. Een kernkop van 1,2 ton? We weten niet exact wat dat inhoudt, maar blijkbaar verwoest deze 200.000 ton dynamiet minstens de helft van de aarde en bereikt het zijn doel in Rusland in minder dan dertig minuten. Zo’n raket is 66 keer krachtiger dan de bom die Hiroshima trof. Hallo raket zeg.
Het is surreëel om langs deze plekken te passeren. Niemand vermoedt dat in de alleenstaande huizen aan de kant van de weg kelders zijn gebouwd waarin soldaten de bommen dag en nacht voor 99 procent vertrekkensklaar houden. De raketten worden continu gemonitord en registreren alle bewegingen. Zelfs de trilling van een sprinkhaan ontgaat hen niet. We leren zoveel bij, staan tegelijk aan de grond genageld en zijn vooral heel blij dat niemand die kleine knop ooit heeft aangeraakt.
Mount Rushmore vs Crazy Horse Memorial
De Black Hills in South Dakota scoren niet bepaald hoog in de lijst van Amerikaanse bezienswaardigheden. De plek ligt ver van andere natuurwonderen en een bezoek maakt de reisroute vaak lang en gecompliceerd. Hoewel de omgeving absoluut prachtig is, verwondert de beschrijving van ‘steile, grijze rotspieken boven een zee van groen’ niet voldoende. En toch stond er voor ons een groot uitroepteken achter deze omweg.
Want op de hoge kliffen van de Black Hills gaf de beeldhouwer Gutzon Borglum de hele staat South Dakota én het Amerikaanse patriotisme een nieuw gezicht. Hij beitelde met precisie de hoofden van de vier voornaamste Amerikaanse presidenten uit de rotsen: Washington, Jefferson, Roosevelt en Lincoln. Samen vormen ze de tot de verbeelding sprekende Mount Rushmore. Dynamiet blies jarenlang tonnen gesteente van de flank totdat alle details perfect uitkwamen. De vier beelden zijn volledig in proportie, schaduwen brengen perspectief en mimiek verraadt emotie. De creatie verbluft.
Het resultaat is één waanzinnig groot spektakel. Ogen meten 3,4 meter breed, de monden zelfs tot 5,5 meter. Onze monden vallen quasi even ver open wanneer we dichterbij klimmen. We lijken niet groter dan mieren naast deze giganten. Tijdens de avondlijke ceremonie vergapen we ons aan de verlichte beelden terwijl de park ranger en de mensen in de tribune hun land en hun presidenten eren, hun oorlogsveteranen lauweren en hun volkslied vol trots meezingen. Foto’s geven de grandeur onmogelijk weer, maar dat deze plek wat extra uren in de auto waard is, hoeft geen verder betoog.
Nochtans is niet iedereen zo blij met dit monument. De Black Hills liggen immers midden in het voormalige land van de indianen, de inheemse Amerikaanse bevolking. Na hun verdrijving naar de reservaten zien ze Mount Rushmore min of meer als een natrap en een extra belediging. Hun antwoord moet dan ook klaar en duidelijk zijn. Daarom trekken ze fel van leer om aan de achterkant van de bergen een mogelijk nog grootser monument uit de stenen te kappen: Crazy Horse Memorial.
Op een dag zal dit het grootste beeldhouwwerk ter wereld worden. Vandaag zijn de immense contouren al zichtbaar, maar laat het finale resultaat nog op zich wachten. Toch weerhoudt het hen niet om in hun opgekropte woede uit het verleden al hoge toegangsgelden te eisen. De prijs is naar ons gevoel absurd hoog voor een onafgewerkt monument, maar onze nieuwsgierigheid maakt ons stoutmoedig. Dus volgen we de lange, brede oprijlaan tot bij de betaalkiosken. Daar tonen we ons van onze meest onschuldige kant wanneer we verontwaardigd gebaren dat we een verkeerde afslag genomen hebben. De kassierster wijst beleefd naar de uitsparing in de middenberm waar we veilig rechtsomkeer kunnen maken. Een raad die we in de wind slaan wanneer we volle gas naar de parking scheuren. We manoeuvreren ons zo dicht mogelijk bij het beeld, maken wat foto’s, nemen het goed in ons op en rijden nadien met een gelukzalige glimlach langs de betaalkiosk naar buiten. Misschien komen we op een dag terug. Wanneer Crazy Horse er helemaal klaar voor is en een iets minder gekke inkomprijs vraagt.
Cowboys & Rodeos
Onze laatste springplank richting Yellowstone National Park ligt in Cody, Wyoming. De stad is vernoemd naar William Frederick Cody. Die naam klinkt misschien onbekend, maar als we zijn roepnaam Buffalo Bill verklappen is de link naar het Wilde Westen snel gelegd. Alles staat er in het teken van de cowboys. Dat wil zeggen: overal grote hoeden, iedereen in cowboylaarzen en een ‘howdy’ als goeiedag.
Cowboys behoren tot de allerbeste ruiters en zijn meesters in het controleren van vee. Om die vaardigheden te tonen, komen ze iedere zomeravond samen in Stampede Park voor een op en top Amerikaanse rodeo. Het stadion ziet er gedateerd uit. Tussen de twee bouwvallige tribunes ligt een alledaagse akker die ze hier blijkbaar een piste noemen. Vier hamburger- en pizzakramen verkopen laxerende voeding en de reclameborden maken publiciteit voor winkelketens die wellicht al drie decennia geleden failliet zijn gegaan. Maar vergis je niet, Cody is wel degelijk de rodeo hoofdstad van de wereld.
Voor de start van het spektakel schept een liveband sfeer in het stadion. Uiteraard brengen de plaatselijke vedetten hun beste country muziek. Na hun voorprogramma klimt Eli Mosley het podium op. We zijn fan van zijn genre en kennen Mosley al langer vanop YouTube zodat we zijn grootste hits min of meer kunnen playbacken. Dat die cowboy boots niet alleen gemaakt zijn om te wandelen, maakt de jeugd snel duidelijk. Voor het podium gaan ze met z’n allen aan het dansen. Spijtig genoeg begint het halverwege zijn optreden hard te regenen en wordt het concert stopgezet. Met aftrekkers proberen ze het podium tevergeefs te redden. Ter compensatie klimt Mosley de tribune op waar hij iedereen verrast met akoestische nummers.
De stadionomroeper neemt het over en richt de spots op de piste. Naar traditie beginnen ze het officiele luik van de avond met een muzikaal gedicht. Op de grote schermen speelt tegelijkertijd een film over oorlogsveteranen. Iedereen staat recht, ontbloot het hoofd en legt de rechterhand op het hart. Een cowgirl draaft langzaam op haar paard over de baan, een grote Amerikaanse vlag trots in de lucht houdend. De poëtische tekst raakt iedere gevoelige snaar en brengt emotie op de gezichten. Op het einde klinkt: ‘If you ask why we stand today, it’s because we love the USA.’ Waarna iedereen het volkslied uit volle borst meezingt en onze haren op de armen gaan rechtstaan. Kicken!
Voordat de eerste ruiter in de baan komt, richt de omroeper zich tot God. In een gebed vraagt hij om bescherming van de atleten. Zijn woorden zijn nog niet koud of het gaat ferm mis. Een cowboy pept zich op en kruipt op het paard wiens testikels zijn afgebonden. Verschillende mannen zetten zich schrap om het dier nog minstens een handvol seconden te kalmeren. Maar zodra de poort opent, gaan alle remmen los. Het paard stampt wild om zich heen en zwiert zijn achterpoten verticaal de lucht in. De ruiter mag zich slechts met één hand vasthouden en incasseert rake klappen. Na een paar seconden belandt hij naast zijn paard en raakt verstrikt in zijn eigen teugels. Het op hol geslagen dier stopt niet en sleurt de arme man meters ver over het veld.
Pas aan de overkant van de piste kan hij zichzelf bevrijden. Hij blijft weerloos liggen. Nog voor de hulpdiensten in actie schieten, staat iedereen in de tribune recht en haalt zijn hoed van het hoofd. De omroeper doet opnieuw beroep op God en prevelt gebeden voor een goede afloop. De stilte is tastbaar. Onze magen krimpen samen. Dit duurt lang. Te lang. Het woeste paard is al minutenlang gevangen en weggebracht. Maar dan staat hij plots op uit de doden. Opluchting gaat over in applaus en gejuich. We krabben onszelf in de haren. Wat een sport. Doetjes blijven beter thuis.
De show gaat door en bij elke prestatie houden we de handen voor de ogen. Dit is spannend, spectaculair maar vooral levensgevaarlijk. Gelukkig zorgt de rodeo clown voor afleiding. Tussen de verschillende disciplines door brengt de dwaze en kleurrijke figuur grappen van een goed niveau. Zijn act bestaat uit een hilarische dialoog met de omroeper waarbij ze ook toeschouwers uitdagen tot wedstrijden waarbij men de cowboylaarzen om ter verst moet stampen.
Het avondprogramma is afwisselend. Atleten vangen koeien met lasso’s, vangen in duo een ontsnapte stier of leggen zo snel mogelijk een parkoers met korte bochten af. De paarden lijken raketten. Ook vrouwen en kinderen trekken hard aan de teugels en sporen hun paard met hevige stampen aan. In het laatste en meest prestigieuze nummer klampen de cowboys zich zo lang mogelijk vast aan een wilde stier. Vaak houden ze het maar een paar seconden vol, maar in die korte periode zien ze ongetwijfeld de film van hun leven passeren.
De rodeo brengt twee en een half uur entertainment van het hoogste niveau. Mooie paarden, topsport, humor, spanning en gevaar. Tickets zijn spotgoedkoop en stellen niet teleur. We raden iedereen aan om het ooit een keer met eigen ogen te beleven. En dan maar hopen dat jouw zoon of dochter nadien niet thuiskomt met het plan om cowboy te worden.
Reactie schrijven
Viviane (donderdag, 24 november 2022 20:59)
Geweldig weer, wat een trip!!! ❤